Wratten verschijnen op de huid als kleine, ruwe 'bloemkool-achtige' uitstulpingen.
Gewone wratten ontstaan meestal op de hand, met name rondom de nagel. Gewone wratten zijn grijs- tot vleeskleurig, komen boven het huidoppervlak uit en zijn bedekt met ruwe, scherpe uitsteeksels.
Voetwratten komen vooral voor op de zolen of hielen van de voet en zijn veelal vlakker, harder en zijn vaak kwetsbaar/pijnlijk bij het lopen of staan.